De oudste krachtcentralen van Baden
Al vanaf 1889 wordt er in de Wutachschlucht stroom voor de verlichting van het vorstenhuis in Donaueschingen opgewekt. Toen de Fürst zu Fürstenberg naar aanleiding van de internationale elektrotechnische tentoonstelling in Frankfurt am Main in 1891 begreep dat het mogelijk was stroom over grote afstanden te transporteren, onstond de wens naar een eigen rivierkrachtcentrale. Hiervoor kwam in de omgeving van Donaueschingen, waar zich als eerste hoofafnemer het vorstelijke kasteel en de brouwerij bevonden, alleen de Wutach in aanmerking. In 1894 werd onder burcht Stallegg met de bouw aan de Wutach begonnen. De bogenstuwmuur uit het nieuwe bouwmateriaal beton is begin 1895 klaar.
Het principe van de uit bogen bestaande stuwmuur was voor de toenmalige tijd revolutionair. Van hier uit werd het water door een mijngang tot het 191 meter verwijderde machinehuis geleid, waardoor een nuttige valhoogte van 10 meter ontstaat. In de krachtcentrale zelf werkt sinds 1940 een Francis turbine, die 150 kW vermogen opwekt. Vanaf september 1895 wordt het pompenhuis van de brouwerij met stroom verzorgd. Op 6 oktober 1895 breekt tenslotte voor de bevolking het nieuwe tijdperk aan: 3480 in woningen en in de straten van Donaueschingen geinstalleerde lampen verlichten de nacht! Op 1 juli 1979 wordt de centrale stilgelegd.
Na een heftig gevoerd debat over het lot van de centrale wordt deze verkocht en dient sinds het jaar 2000 weer voor het opwekken van stroom. De Kaplan turbine produceert 355 kWh stroom per uur. Van de machines en apparaten uit het jaar 1895 is niet meer overgebleven. Het oudste onderdeel is de Francisturbine uit 1900.